Het heeft even geduurd, maar Staatssecretaris van Financiën Weekers gaat de zogenaamde verleggingsregeling ook inzetten in de strijd tegen Btw-carrouselfraude op het terrein van mobiele telefoons en computeronderdelen. De verleggingsregeling werd al in 2009 zelfstandig door Nederland ingevoerd ter bestrijding van Btw-carrouselfraude op het terrein van de handel in CO2-emissierechten en is succesvol gebleken. In zijn brief aan de Tweede Kamer (link) van vandaag legt de Staatssecretaris uit wat de verleggingsregeling inhoudt: “Een leverancier van goederen of diensten die btw verlegt naar zijn afnemer berekent geen btw en ontvangt voor zijn prestaties slechts de netto vergoeding. De afnemende ondernemer verantwoordt de btw in zijn eigen aangifte en brengt die btw op dezelfde aangifte in aftrek, uiteraard voor zover hij aftrekgerechtigd is. Er vindt geen daadwerkelijke betaling van btw aan de leverancier plaats zodat de leverancier niet kan frauderen door wel btw te factureren maar deze niet te voldoen aan de schatkist, terwijl de afnemer de btw wel van de schatkist terugkrijgt.” De regeling oogt relatief eenvoudig en je vraagt je dan ook af waarom het nog drie jaar heeft geduurd voordat deze regeling van toepassing is verklaard op het terrein van de handel in mobiele telefoons en computeronderdelen. Het is immers niet alsof het in 2009 nog niet bekend was dat er op grote schaal wordt gefraudeerd met de btw bij de handel in deze apparatuur. Misschien houd ik echter onvoldoende rekening met de snelheid waarmee de Europese raderen van de Commissie (EC) en de Raad draaien. In dezelfde brief aan de Kamer geeft Weekers aan dat de afhandeling van een derogatieverzoek (het verzoek dat aan de EC gericht wordt om de verleggingsregeling te mogen introduceren) gemiddeld tien maanden duurt. Waar het ANP bericht (via nu.nl) geen melding van maakt, maar wat voor ondernemers mijns inziens wel goed is om te weten, is dat de verleggingsregeling optioneel is. Vooralsnog steunt de regeling immers niet op de wet, bij het ontbreken van een derogatie. Indien een afnemer dus wordt geconfronteerd met een verkoper die “net even te graag” met btw wil factureren, dan moet de afnemer op zijn hoede zijn. Op het moment dat een afnemer weet of behoort te weten dat zijn leverancier onderdeel uitmaakt van een btw-carrousel, dan zou dat gevolgen kunnen hebben voor het recht op aftrek van de aan de afnemer in rekening gebrachte btw. Per 1 juni a.s. wordt de maatregel ingevoerd.