Veroordeling wegens bedreiging in GeenStijl post

Hierbij een kleine waarschuwing aan de ‘reaguurders’ van het weblog GeenStijl. Het lijkt er op dat u niet langer ongehinderd los kunt gaan in de commentaren. Uit een recente uitspraak van het Hof Den Bosch, van 22 oktober 2010 (LJN BO1537), blijkt dat een ‘reaguurder’ is veroordeeld wegens bedreiging van Tjibbe Joustra, voormalig Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb). Aanleiding voor de zaak vormde een in opdracht van het NCTb opgesteld onderzoeksrapport, waarin zou zijn betoogd dat de overheid meer zou moeten luisteren naar de eisen van islamitische radicalen, om zo deradicalisering te bevorderen. Hoewel deze aanbeveling ongetwijfeld zal zijn gesimplificeerd voor het artikel, blijft het een – op zijn zachtst gezegd – eigenaardig idee. GeenStijl plaatste hierop het artikel ‘Te koop: Nederland’ met daarin, onder andere, de zinsnede ‘‘We zijn verraden door politici en collaborateurs’’. Het artikel riep de nodige emoties op en in de commentaren werden het NCTb en Tjibbe Joustra niet gespaard. De gewraakte post waarvoor een van de ‘reaguurders’ werd veroordeeld luidde als volgt: ‘’Op landverraad staat de doodstraf: Tjibbe Joustra moet voor het executiepeloton.’’ Als men zich op het standpunt stelt dat de grenzen van de goede smaak hier worden overschreden, dan kan ik daar begrip voor hebben. Maar of hiervoor het strafrecht moet worden ingeschakeld vraag ik mij af. Het Hof is van mening dat de algemene strekking van het commentaar zou zijn gelegen in de executie van Joustra. Dit lijkt mij een formele benadering, waarin de context uit het oog wordt verloren. Het GeenStijl artikel is overduidelijk satirisch van aard en roept soortgelijke reacties op. Een ieder die ook maar af en toe GeenStijl leest, weet wat het karakter van de website is en in welke context de artikelen en de commentaren moeten worden gelezen. Ik vraag mij af of bij Joustra de redelijke vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen. Daar komt bij dat het Hof de tekst van de verdachte tegen de achtergrond van een aantal andere soortgelijke commentaren plaatst. Daardoor kan de veroordeling willekeurig overkomen en lijkt  het Hof de mate van bedreigendheid van de tekst van verdachte te vergroten door de uitlatingen van anderen daarbij te betrekken. De andere commentaren komen daarmee, mijns inziens ten onrechte, voor rekening van de verdachte.