Al eerder schreven wij over het fenomeen stokoude zaken, waar niemand gelukkig van wordt behalve de behandelend advocaat en de statistiek. Op www.rechtspraak.nl is er weer een te vinden waarbij wij (Cees van Bavel in dit geval) bij betrokken waren en wel onder LJN: BM3577. Waarom blijven wij zo hameren op het feit dat dergelijke strafzaken niet meer tot een behandeling en veroordeling moeten leiden? Omdat berechting binnen een redelijke termijn een mensenrecht is. De Hoge Raad heeft echter besloten dat hoe lang het ook allemaal duurt alleen een strafvermindering geïndiceerd is bij vaststelling van schending van de redelijke termijn als bedoeld in art. 6 EVRM. Zoals al gezegd, niet alleen de advocaat is er blij mee, maar ook de statistiek! Nederland schuift daardoor langzaam omhoog in het lijstje van verdragsstaten die er gewoon erg lang om doen om strafzaken af te ronden. Even terug naar deze strafzaak: In de eerste aanleg hielden elkaar opvolgend 6 officieren van justititie zich met deze zaak bezig. Twee daarvan zijn advocaat geworden, éen rechter. Vier rechters-commisaris waren bij het vooronderzoek betrokken. De advocaat was steeds dezelfde. Leuk voor de statistiek, maar voor de cliënt een dramatische ervaring. Tijd voor de Hoge Raad om weer eens te heroverwegen, dunkt ons.