Het arrest van de Hoge Raad d.d. 12 juli 2013 waarin de Hoge Raad oordeelde dat door belastingplichtigen op grond van artikel 47 AWR afgegeven wilsafhankelijke informatie niet voor punitieve doeleinden zoals fiscale beboeting of strafvervolging gebruikt mag worden, is door het Gerechtshof Den Haag ook van toepassing verklaart op gefailleerden. In een uitspraak van 23 juli jl. heeft het hof geoordeeld dat een gefailleerde een beroep toekomt op het nemo tenetur-beginsel op het moment dat deze gedwongen wordt informatie te verschaffen aan de curator op grond van artikel 105 Faillissementswet (Fw) en de mogelijkheid bestaat dat deze informatie aanleiding zou kunnen zijn om een eventuele strafvervolging of bestuurlijke boeteprocedure te beginnen. Indien een gefailleerde niet aan de inlichtingenplicht van artikel 105 Fw voldoet met een beroep op het nemo tenetur-beginsel en de curator of rechter-commissaris vordert de inbewaringstelling op grond van artikel 87 Fw, dan is het aan de gefailleerde om aan te geven dat deze wel aan de inlichtingenplicht wil voldoen, echter alleen onder de voorwaarde dat de rechter een waarborg afgeeft dat de verstrekte informatie niet voor punitieve doeleinden gebruikt zal worden.