Begrippenlijst

  • Omkoping

    De wet maakt een onderscheid tussen niet-ambtelijke en ambtelijke omkoping. Niet ambtelijke omkoping is een vorm van bedrog, strafbaar gesteld in art. 328ter van het Wetboek van Strafrecht. Neemt een betrokkene een gift of belofte aan in ruil voor een bepaalde tegenprestatie, dan kan een veroordeling volgen wegens omkoping. Ook het doen van een gift of belofte, de spiegelbeeldige variant, is strafbaar. Het omkopen van een ambtenaar (ambtelijke omkoping) kent een aparte strafbaarstelling in artikel 177 van het Wetboek van Strafrecht; de ambtenaar die zich om laat kopen (ook wel: steekpenningen aanneemt) kan gestraft worden op grond van artikel 362 Wetboek van Strafrecht.
  • Ontnemingsmaatregel

    De ontnemingsmaatregel is een maatregel die gericht is op het afnemen van wederrechtelijk voordeel dat verdachte(n) hebben verkregen door middel van het plegen van een strafbaar feit. Het Openbaar Ministerie (OM) kan bij de rechtbank een vordering indienen tot ontneming van dit zogenoemde wederrechtelijk verkregen voordeel. Het OM moet bewijzen dat de persoon wederrechtelijk verkregen voordeel heeft gehad uit een strafbaar feit.
  • Oplichting

    Onder oplichting wordt kortgezegd verstaan: het tegen de wet in behalen middels een slimme truc van een bepaald voordeel (bijvoorbeeld: geld, goederen) door een ander te misleiden. In art. 326 Sr staan de manieren beschreven die kunnen worden toegepast bij het plegen van oplichting.
  • Overlevering

    Overlevering is het overdragen van een verdachte of een veroordeelde naar een ander land waarin de verdachte wordt verdacht van een strafbaar feit, om daar terecht te staan of voor het uitzitten van een gevangenisstraf. Een overlevering is een uitlevering die binnen de Europese Unie plaatsvindt. Bij een overlevering heeft een verdachte of een veroordeelde, minder rechten dan bij een uitlevering. Tegen een overlevering kan geen cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad.